Jacobikerk

Jacobikerk Uithuizen
De tegenwoordige kerk, in aanleg gebouwd tussen 1225 en 1250, moet welhaast een voorganger in tufsteen hebben gehad, aangezien de parochie Uithuizen in de elfde eeuw gesticht heet te zijn en de tufstenen onderbouw van de toren vóór 1200 werd gebouwd. Omstreeks 1450 vond de eerste uitbreiding naar het oosten plaats, waar in gotische stijl een overgangstravee met driezijdig gesloten priesterkoor werd aangebouwd. nh1

Vervolgens bouwde men omstreeks 1550 een grote sacristie of kapel tegen de noordzijde van de kerk, wederom in gotische stijl. In het jaar 1794 vond tenslotte de bouwplaats van de noorderbeuk, aansluiten op de sacristie, die met de nieuwe beuk onder één kap werd gebracht. Tot aan omstreeks 1680 reikte de toren tot ongeveer de hoogte van de kerk. Toen vond verhoging plaats en kreeg deze zijn huidige gedaante. De twee luidklokken werden in de oorlog 1940-1945 geroofd en keerden niet terug. Twee nieuwe klokken hangen op de plaats van de oude. De hervormde Jacobikerk is in de periode 1972-1977 door hoofdaannemer en uitvoerder Harm Bultena uit Uithuizen gerestaureerd en architectenbureau Ir P.B. Offringa uit Groningen stelde de restauratieplannen op.

Interieur 

De aankleding van de Jacobikerk draagt zeer duidelijke sporen van de adellijke familie Alberda van Menkema, van 1682-1902 bewoners van de Menkemaborg. In de aangeschafte meubelstukken, waarvan zij een voornamelijk deel van de kosten betaalden, komt hun macht, invloed en rijkdom tot uitdrukking. Ook in ander opzicht hebben zij veel voor de kerk en kerspel gedaan.

Herengestoelte op oksaal

Het herengestoelte is ontworpen en vervaardigd in 1703 door Allert Meijer uit Groningen. Het lofwerk wordt eveneens toegeschreven aan Jan de Rijk. Het rijk geornamenteerde meubelstuk kent in deze vormgeving zijn gelijk niet in de Ommelanden.

Preekstoel

De uitbundig bewerkte preekstoel met doophek uit 1713, is vermoedelijk eveneens ontworpen door Allert Meijer en uitgevoerd door diens schoonzoon Antoni Verborg of Anthoni Verburgh. Het lofwerk is van Jan de Rijk. Op de hoeken van de kuip staan vijf vrouwenfiguren, die de volgende voorstelling uitbeelden: voorzichtigheid, gerechtigdheid, liefde, hoop, geloof en standvastigheid. Op de hoofdpanelen van de kuip zijn de vier Evangelisten zittend uitgebeeld.

Rouwborden

1. Unico Allart I Alberda van Menkema (1676-1714), zoon van Mello.
2. Mello Alberda van Menkema (1642-1699) eertijds bewoner van de borg Ringeweer (afgebroken omstreeks 1716) en in 1682 koper van de Menkemaborg
3. Everdina Cornera van Berum (1678-1751), vrouw van Unico Allert I.
4. Unico Allard II Alberda van Menkema (1726-1790)

 

Bron: Uithuizen, geschiedenis van kerk en kerspel door A. Bolt.